Ruim 20% van de CO2[1]-uitstoot is vandaag te wijten aan het transport in België. De klimaaturgentie gaat de Belgen onvermijdelijk aanzetten tot gedragswijzigingen. Maar op dit ogenblik verandert op de wegen van jaar tot jaar nauwelijks iets: 78% van de Belgische gezinnen bezit een wagen op benzine of op diesel. Daarmee blijven wagens met verbrandingsmotoren het meest gebruikte individuele vervoermiddel. Dat cijfer is weliswaar gedaald in vergelijking met het onderzoek dat BNP Paribas Fortis vorig jaar uitvoerde (80%), maar het gebruik blijft in België sterk verankerd. Daarentegen heeft een op tien Belgen al de overstap gemaakt naar een (elektrische of hybride) wagen met een lage CO2-uitstoot.
De overstap naar elektrisch rijden hapert
De voornaamste redenen voor aanhangers van elektrische wagens zijn het milieu (66%), het financiële luik (52%) en de fiscaliteit (50%). En meer dan 6 op 10 bestuurders van elektrische auto’s geven aan zeer tevreden te zijn over het gebruik ervan (tegenover 54% in 2021). 75% van de eigenaars van een elektrische wagen beschikt thuis over een laadpaal; dat percentage stijgt sterk (26% in 2021). Vreemd genoeg vinden net zij het gebrek aan publieke laadpalen het belangrijkste bezwaar.
Maar het scepticisme blijft groot. Meer dan een derde van de respondenten (35%) zegt niet van plan te zijn hun wagen met verbrandingsmotor in te ruilen voor een minder vervuilende wagen (tegenover 29% in 2021). In Wallonië en Brussel denkt 60% van de respondenten er niet aan om vóór 2029 de overstap te maken, terwijl een op twee Vlamingen aangeeft om vóór dat tijdstip wel te willen overschakelen.
Een verklaring voor die weerstand ligt mogelijk in de nog steeds hoge prijzen van elektrische wagens en in de economische crisis in combinatie met de energiecrisis en de daaraan gerelateerde ongerustheid over de stroomvoorziening. 47% van alle Belgen die vandaag nog met een wagen met verbrandingsmotor rijden, denkt wel tegen 2029 over te stappen naar een wagen met een lage CO2-uitstoot (tegenover 52% in 2021). Dat is echter voornamelijk een verstandelijk beredeneerde keuze (voor 53% van de respondenten is dat wegens de verplichting voortvloeiend uit politieke beslissingen), en niet zozeer een keuze uit echte overtuiging (een kleinere ecologische voetafdruk voor 31%).
Weinig bekende alternatieven
De Belg lijkt echter niet volstrekt negatief te staan tegenover een aanpassing van zijn gedrag. De voorbije twaalf maanden pasten twee op drie bestuurders van auto’s met een verbrandingsmotor hun gedrag immers licht aan door zich minder te verplaatsen of zuiniger te rijden. Een op drie Belgen doet zijn dagelijkse verplaatsingen ook vaker met de fiets of te voet.
Het openbaar vervoer lijkt dan weer geen relevante optie te zijn, want slechts 15% van de ondervraagden heeft de voorbije twaalf maanden de overstap naar het openbaar vervoer gemaakt. Verder zijn de nieuwe gedeelde zachtemobiliteitsoplossingen (fietsen en steps, carpooling, autodelen…) voor een op twee Belgen totaal onbekend terrein. Ofwel wegens onvoldoende belangstelling, ofwel bij gebrek aan een bevredigend aanbod.
“Om de klanten te begeleiden bij hun transitie naar een meer verantwoorde mobiliteit, hebben wij een rol als partner te spelen om hen in dat traject bij te staan, zodat ze op elk ogenblik een beroep kunnen doen op een expert voor advies”, zeg Leen Teunen, Head of Marketing & Change Retail & Private Banking bij BNP Paribas Fortis. “Dat gaat uiteraard gepaard met een aangepast aanbod op het vlak van leningen en verzekeringen, maar ook met het aanreiken van Mobility-as-a-Service- en Charging-as-a-Service-oplossingen (MaaS en CaaS).”
Telewerken, een mirakeloplossing?
De elektrificatie van het wagenpark en de zachtemobiliteitsalternatieven zijn de belangrijkste oplossingen die te binnen schieten, maar er zijn nog andere mogelijkheden. Telewerk, dat sinds de coronacrisis zeer populair is, is er een van.
Uitgaande van de stelling dat de Belg gemiddeld 11,4%[2] van zijn inkomen besteedt aan mobiliteit en dat de aan verkeersopstoppingen gerelateerde kosten 1% van het Belgische bbp bedragen (ofwel 4,5 miljard euro per jaar[3]), mogen we telewerk terecht als mirakeloplossing beschouwen. Het lijkt erop dat alle ingrediënten daarvoor aanwezig zijn: aanzienlijk minder verkeer, minder vervuiling, tijds- en geldbesparing.
Maar er wordt snel vergeten dat tal van beroepen zich niet lenen tot thuiswerk. 53% van de actieve Belgen verklaart immers niet te kunnen of te willen telewerken. Het is echter nodig alternatieve pistes te onderzoeken, want een op twee werknemers woont op minder dan 15 km van het werk en gebruikt voornamelijk de wagen om die korte trajecten af te leggen.
De Belg verwacht meer van zijn bank
Een op drie Belgen weet niet hoeveel hij of zij aan mobiliteit besteedt. Maar 40% van wie dat budget wel kent, zegt dat het minstens 200 euro per maand bedraagt. We merken op dat 29% van de Belgen bereid is meer te betalen voor een milieuvriendelijkere mobiliteit. Er bestaan subsidies, fiscale voordelen en lokale premies, maar voor 59% van de Belgen zijn die totaal onbekend.
21% van de respondenten uit de enquête zegt in de komende twaalf maanden van plan te zijn een nieuwe wagen te kopen, ongeacht het type motor. 44% van die kandidaat-kopers zal bij een bank aankloppen om die aankoop volledig of deels te financieren, voor een gemiddeld bedrag van minstens 15.000 euro. Maar de Belg verwacht meer van zijn bank, zoals goedkopere verzekeringspremies voor milieuvriendelijke wagens (39%), lagere rentevoeten op leningen voor de aankoop van een auto met een lage emissie (35%), begeleiding voor een goed begrip van de bestaande premies en subsidies (25%), of een packagedeal voor groene mobiliteit (23%). Twee op drie Belgen vinden overigens dat de banken de mensen proactief moeten aanmoedigen om de stap te zetten naar duurzame mobiliteit.
“BNP Paribas Fortis is dankzij zijn oplossingen op het vlak van financiering, verzekering en leasing al jarenlang een vanzelfsprekende mobiliteitspartner”, zegt Laurent Loncke, General Manager Retail Banking van BNP Paribas Fortis[4]. “Via onze verschillende metiers blijven we onze rol spelen door ons te positioneren op de volledige waardeketen. We begrijpen immers zeer goed het belang van mobiliteit, kunnen bogen op een sterke expertise en willen nog dichter bij de klant staan. Onze positie is uniek en helpt ons om twee doelstellingen na te streven. Ten eerste willen we de bevoorrechte partner zijn van het ecosysteem van de duurzame mobiliteit. En ten tweede willen we onze groei versnellen dankzij platformen met innovatieve diensten die een globaal antwoord bieden op de transitiebehoeften inzake de mobiliteit van morgen van onze bedrijfsklanten en particuliere klanten.”
Over de enquête
Studiebureau Profacts voerde de enquête uit tussen 10 en 18 november 2022 bij 2.000 Belgen ouder dan 18 jaar. Die vormen een representatieve steekproef op het vlak van taal, geslacht en leeftijd. De maximale foutenmarge in de steekproef bedraagt 2%.
BNP Paribas Fortis (www.bnpparibasfortis.com) biedt in België een totaalpakket van financiële diensten aan particulieren, zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen, ondernemingen en publieke instellingen. Op het gebied van verzekeringen werkt BNP Paribas Fortis nauw samen, als verbonden agent, met AG Insurance, leader op de Belgische markt. De bank verstrekt internationaal ook maatoplossingen aan vermogende particulieren, grote ondernemingen en publieke en financiële organisaties. Daarbij maakt zij gebruik van de knowhow en het wereldwijde netwerk van BNP Paribas.
BNP Paribas (www.bnpparibas.com) is de grootste bank van de Europese Unie en een belangrijke internationale bankspeler. De groep is actief in 68 landen en telt ruim 193.000 medewerkers, van wie meer dan 148.000 in Europa.
Ze bekleedt sleutelposities in haar drie kernactiviteiten: Retail Banking, met alle retailbankingnetwerken van de groep en een aantal gespecialiseerde metiers, zoals BNP Paribas Personal Finance en Arval; Investment & Protection Services, met de spaar-, beleggings- en verzekeringsoplossingen van de groep; en Corporate & Institutional Banking, dat zich op bedrijfsklanten en institutionele klanten toelegt. Op basis van zijn gediversifieerde en geïntegreerde model helpt BNP Paribas al zijn klanten (particulieren, verenigingen, ondernemers, kmo’s, grote bedrijven en institutionele klanten) met financierings-, beleggings-, spaar- en verzekeringsoplossingen om hun projecten te realiseren.
De groep heeft vier thuismarkten in Europa (België, Frankrijk, Italië en Luxemburg) en ontplooit haar geïntegreerde retailbankingmodel ook in het Middellandse Zeegebied, Turkije, Oost-Europa en het westen van de Verenigde Staten. Als vooraanstaande internationale bankspeler beschikt BNP Paribas over toonaangevende platformen en metiers in Europa, een sterke aanwezigheid in Noord- en Zuid-Amerika en solide en snelgroeiende activiteiten in Azië-Pacific. BNP Paribas hanteert in al zijn activiteiten een maatschappelijk verantwoorde en milieubewuste aanpak. Op die manier kan het meebouwen aan een duurzame toekomst en tegelijkertijd goede resultaten en de stabiliteit van de groep verzekeren.