Menu
BNP Paribas Fortis Economie Innovatie
16.05.2022

Duurzaamheid is voor 80% van de Belgen een belangrijk criterium bij woningkeuze, maar…

In samenwerking met het studiebureau Profacts onthult BNP Paribas Fortis de resultaten van eerste grote onderzoek rond duurzaam wonen en het belang dat Belgen daaraan hechten. Hoewel duurzaamheid van vastgoed in de ogen van de burgers een belangrijke kwestie is, zijn paradoxaal genoeg slechts weinigen bereid om opnieuw na te denken over waar zij wonen.

Het is intussen algemeen bekend dat ons verouderde gebouwenpark een grote bron van CO2-uitstoot is. Duurzaam wonen is dé oplossing om de ecologische voetafdruk van onze woningen in de toekomst te verkleinen en het klimaat te beschermen. Tegelijk is het een goede zaak voor de portemonnee van de Belgen, zeker nu de energieprijzen zo ongenadig de pan uit rijzen. Naar schatting zou tussen nu en 2050 zo’n 300 miljard euro aan renovaties nodig zijn om alle Belgische woningen duurzaam te maken.

Zijn de Belgische woningeigenaars en -huurders zich bewust van die uitdaging? Zijn ze voldoende geïnformeerd? Hoeveel zijn de eigenaars bereid te investeren en op welke manier? Onze enquête onder een representatieve groep van ruim 2000 financieel onafhankelijke Belgen, reikt antwoorden op die vragen aan.

Minder dan een op de vijf Belgen weten exact wat duurzaam wonen is

Eerste vaststelling: acht op de tien Belgen vinden milieu-impact een belangrijke factor bij de keuze van een woning.. Zes op de tien Belgen beschouwen het zelfs als hun burgerplicht om in duurzame woningen te wonen en zo het milieu te beschermen.

Het verbaast dan ook niet dat 72 procent zegt te weten wat de term ‘duurzaam wonen’ inhoudt. Jongeren van 18 tot 27 jaar lijken het meeste voeling te hebben met het thema (80 procent), een betrokkenheid die geleidelijk daalt met de leeftijd, tot 60 procent bij de 65-plussers. Die cijfers zijn echter zeer relatief, want wanneer we er dieper op ingaan, merken we dat maar 18 procent van de respondenten zegt precies te weten wat een duurzame woning is (29 procent bij de 18- tot 27-jarigen en amper 10 procent bij de senioren).

Vanuit de stelling dat een duurzame woning in de eerste plaats een woning met een gecontroleerd energieverbruik is, menen negen op de tien Belgen dat duurzaam wonen vooral draait om energie-efficiëntie, een goede luchtkwaliteit in huis, het gebruik van materialen en technieken met een lage CO2-uitstoot, een laag waterverbruik en het gebruik van recycleerbare bouwmaterialen.

De top vijf van technische oplossingen die volgens de Belgen de duurzaamheid van een woning bepalen, zijn dubbel glas (91 procent), thermische isolatie (91 procent), ledverlichting (90 procent), een regenwatertank (89 procent) en zonnepanelen (88 procent).

EPC en Mobiscore: de ‘dode hoeken’ van duurzaam wonen

Al die technieken, die de energieprestaties van een gebouw verbeteren, zijn goed bekend bij het grote publiek. Het energieprestatiecertificaat (EPC) lijkt echter nog niet helemaal ingeburgerd. Hoewel zo’n attest verplicht is bij het verkopen of verhuren van een woning, weet 82 procent van de Belgen – ongeacht of ze eigenaar of huurder zijn – niet wat de EPC-waarde van hun woning is.

Die onwetendheid is nog groter wat de Mobiscore betreft (93 procent). Aangezien het verkeer ook een belangrijke bron van vervuiling is, geeft die score aan in welke mate een woning milieuvriendelijk is op het vlak van mobiliteit (nabijheid van handelszaken, bereikbaarheid met het openbaar vervoer …). De Mobiscore en de EPC-score lijken dus niet de aandacht te krijgen die ze verdienen.

Dat er weinig rekening gehouden wordt met die ‘labels’, vertaalt zich ook in het lage percentage – amper 9 procent – van de Belgen dat er zeker van is dat ze in een duurzame woning leven. Dat cijfer lijkt erg pover ten opzichte van de 60 procent respondenten die duurzaam wonen als hun burgerplicht beschouwen. Toch zijn weinigen bereid om daarvoor te verhuizen (55 procent), in een kleinere woning te gaan leven (52 procent) of elke maand meer te betalen (42 procent).

Toch aandacht voor duurzaamheid

 Duurzaamheid  staat indirect wel hoog op de agenda van de Belgische eigenaars en huurders: na de prijs (93 procent) volgen immers de maandelijkse kosten (92 procent) en de ligging (91 procent) in de top drie van prioriteiten bij de keuze van een woning. En waar een duurzaam gebouw je maandelijkse kosten drukt, kan je met een goede ligging de ecologische voetafdruk van je verplaatsingen verkleinen.

Maar zijn de Belgen bereid om meer te betalen om duurzaam te wonen? Dat verschilt sterk per leeftijdsgroep. Bij de 18- tot 35-jarigen verklaart een op de twee daartoe bereid te zijn, hoewel net zij doorgaans over beperktere financiële middelen beschikken. Bij de 56-plussers is dat maar een op de drie, terwijl paradoxaal genoeg 85 procent van hen vindt dat milieubehoud een belangrijk criterium is bij de keuze van een woning.

België staat voor een immense  uitdaging

Naar schatting zou tussen nu en 2050 zo’n 300 miljard euro nodig zijn om alle Belgische woningen duurzaam te maken. In Vlaanderen heeft vandaag 3,5 procent van de 2,7 miljoen woningen een A-energielabel (minder dan 100 kWh/m²) en zouden tegen 2050 jaarlijks 80.000 tot 100.000 gebouwen gerenoveerd moeten worden. In Wallonië moet in de komende 30 jaar 99 procent van de 1,3 miljoen woningen gerenoveerd worden. In Brussel, waar 92 procent van de woningen van vóór 1970 dateert, zouden 19.000 renovaties per jaar moeten gebeuren om de doelstellingen van 2050 te behalen. Dat zijn er elf per uur!

Een Belg op de twee renoveert

Op het terrein stellen we vast dat de helft van de Belgen de afgelopen vijf jaar renovatiewerken heeft uitgevoerd (14 procent) of daarmee bezig is (16 procent) of er de komende vijf jaar plant (20 procent).

Daartegenover staat dat 50 procent van de Belgen sinds 2017 geen enkele renovatie heeft gedaan en daar ook geen plannen voor heeft tussen nu en 2027. Wat zijn volgens hen de belangrijkste redenen daarvoor? Een op de drie Belgen zegt dat hun woning al voldoet aan de duurzaamheidsnormen, en een op de twee wijst op de hoge kosten van renovatiewerken. In de meeste gevallen kunnen die kosten deels worden opgevangen met bestaande premies of subsidies, maar zes op de tien Belgen zijn niet op de hoogte van het bestaan daarvan.

Die onwetendheid blijkt ook uit de verwachtingen van de Belgen op het vlak van financiële steun. Een Belg op de twee vindt dat de steun moet komen van de federale overheid of het gewest, en maar 16 procent verwacht die inspanningen van de banksector.

Als we kijken naar de 36 procent respondenten die aan het verbouwen zijn of die dat binnenkort van plan zijn, stellen we vast dat ze duidelijk rekening houden met duurzaamheid. Een op de twee renovaties betreft immers isolatiewerken en de vervanging van ramen, en een op de drie betreft de plaatsing van een verwarmingsketel van de nieuwste generatie en de installatie van zonnepanelen. De omvang van die werken lijkt echter eerder bescheiden, want het gemiddelde budget voor die groene renovaties bedraagt 20.838 euro.

Een op de twee groene renovaties wordt met eigen middelen bekostigd, en voor de andere helft wordt bij de bank aangeklopt.

Welke rol kunnen de banken spelen bij de groene transitie?

Hoewel maar voor een kleine helft van de groene renovaties een beroep wordt gedaan op de banken, is de meerderheid van de Belgen ervan overtuigd dat voor de banksector een belangrijke rol is weggelegd in de ecologische transitie van het gebouwenpark. 67 procent vindt dat banken de aankoop van duurzame woningen moeten aanmoedigen en 77 procent is zelfs van mening dat de banken lagere interesten zouden moeten aanbieden om dat soort aankopen te stimuleren.

Als marktleider in hypothecaire leningen, heeft BNP Paribas Fortis trouwens al stappen ondernomen om aan die verwachtingen te voldoen. Bijvoorbeeld door het ‘Energy Efficient Mortgage’-label te gebruiken, en door de interest van hypothecaire leningen te koppelen aan het duurzame karakter van het project dat de klant wil uitvoeren.

Tot slot verwachten zes op de tien Belgen actieve ondersteuning van hun bank. Op het vlak van dienstverlening gaat het dan bijvoorbeeld om duidelijke informatie over de bestaande subsidies en premies, ondersteuning bij het aanvragen en verkrijgen van de nodige certificaten en hulp bij het opstellen van een budget voor de renovatiewerken.

***

Press Team

Linked Files

Tools