Volgens de recentste officiële cijfers ligt het vastgoedpark aan de basis van 13,8% van de CO2-uitstoot in België. Minder dan 5% van de bestaande woningen voldoet aan de vereisten die Europa stelt tegen 2050. Er is dus nog zeer veel werk aan de winkel om de voetafdruk van vastgoed op het milieu te beperken.
Maar in welke mate zijn de Belgen klaar voor die transitie naar duurzamere woningen? Zijn ze zich bewust van de omvang van dat project? Over welke informatie beschikken ze om die transitie te verwezenlijken, en op welke financieringsbron(nen) willen ze daarvoor een beroep doen? De tweede barometer over duurzaam wonen, uitgevoerd bij 2.000 financieel onafhankelijke personen, geeft daarop een antwoord.
Een op twee Belgen wil niet renoveren
300 miljard euro: dat is het duizelingwekkende bedrag dat tegen 2050 geïnvesteerd moet worden om het volledige Belgische vastgoedpark te renoveren. De helft van de Belgen heeft al de stap gezet: 15% deed dat de voorbije vijf jaar, 16% is volop bezig met renovatiewerken en bijna een op vijf Belgen is van plan dat tegen 2028 te doen.
Als het gaat om groene renovaties komen in de praktijk eerst de isolatiewerken aan de beurt (45%), gevolgd door de aankoop van zonnepanelen (41%) en de vervanging van de ramen (34%). Het is verwonderlijk dat ondanks de stijging van de grondstoffenprijzen het gemiddelde renovatiebudget gedaald is tot 19.610 euro (-6% tegenover 2022). 38% van de Belgen financiert die werkzaamheden via een bankinstelling, terwijl een op twee Belgen daarvoor eigen middelen aanwendt.
De andere helft van de bevolking daarentegen, is er nog steeds niet klaar voor om in actie te schieten (hetzelfde cijfer als vorig jaar). 41% geeft aan niet te renoveren vanwege de hoge kostprijs. Vreemd genoeg is dat percentage in dalende lijn (49% in 2022), terwijl de materiaalprijzen nog nooit zo hoog waren. 39% zegt dat hun woning nog niet oud genoeg is en/of al aan de duurzaamheidsnormen voldoet. Tot slot start 14% van de respondenten niet met zulke renovatiewerken bij gebrek aan informatie of kennis.
Geen renovaties, maar (kleine) gedragswijzigingen
Heel wat Belgen zien op tegen renovatiewerken. Ze geven er de voorkeur aan hun gewoonten op het vlak van energie-uitgaven aan te passen. Zo hebben negen op tien Belgen de voorbije twaalf maanden hun energieverbruik aangepast. Minder verwarmen is de belangrijkste inspanning die de Belgen zich getroosten (66%). Verder gaan ze spaarzamer om met verlichting (51%) en verbruiken ze minder water (45%).
66% van de huiseigenaars houdt ook zijn energieverbruik in de gaten (via specifieke apps of eenvoudigweg door regelmatig de meterstanden te checken), tegenover slechts 55% van de huurders.
De Belgen kennen hun EPC-score niet, maar hechten er bij een aankoop wel belang aan
Het draait dus allemaal om geld. Maar toch lijkt duurzaamheid in de ogen van de Belgische burgers vrij belangrijk te zijn. Voor acht op tien mensen speelt bij de keuze van een woning het milieu een belangrijke rol. 57% vindt het zelfs zijn burgerplicht om in een duurzaam huis te wonen om zo het milieu te beschermen (tegenover 61% in 2022). Bijna evenveel mensen (56%) denken in een duurzaam huis te wonen. Maar als we dieper graven, stellen we vast dat slechts 8% daar zeker van is.
Als het duurzaamheidsaspect van een woning voor heel wat Belgen al een grijze zone is, hoe zit het dan met het EPC? Slechts 18% kent vandaag de EPC-score van zijn woning. Dat cijfer is weliswaar in stijgende lijn (13% in 2022), maar blijft onbeduidend en lijkt te wijzen op een zeker gebrek aan interesse voor de materie. En dat ondanks het feit dat het EPC verplicht is bij de aankoop of huur van een onroerend goed en een belangrijke rol speelt voor wie energie wil besparen. 28- tot 35-jarigen (27%) en eigenaars (20%) zijn zich meer bewust van dat label dan de andere leeftijdscategorieën. Maar terwijl de prijs en de ligging essentieel blijven om in vastgoed te investeren, nestelt het EPC-cijfer zich dit jaar op de derde plaats in de lijst van de belangrijkste criteria om voor een bepaalde woning te kiezen. De som van de aankoopprijs en de kosten van het energieverbruik van de woning worden in elk opzicht essentieel.
Is de banksector een belangrijke speler in de ecologische transitie?
Als het EPC-certificaat niet centraal staat in de overwegingen, wat zet de Belgen er dan wel toe aan om met groene renovaties te starten? Voor 70% van de bevolking blijft de belangrijkste drijfveer de vermindering van de energiefactuur. De subsidies vinden we echter pas terug in de laagste regionen. Maar dat cijfer is niet verrassend: 67% van de respondenten heeft immers totaal geen weet van de bestaande steun, of die nu federaal of gewestelijk is.
Toch is er vraag naar, want een op twee Belgen meent dat de financiële hulp van de overheid moet komen. Daarentegen verwacht slechts 18% ondersteuning van de banksector. Van de banken wordt niettemin verwacht dat ze mee aan het roer van die transitie staan.
“Duurzaam wonen is een noodzakelijke stap in de ecologische transitie,” benadrukt Laurent Loncke, General Manager Retail Banking bij BNP Paribas Fortis. “Willen we voldoen aan de Europese eisen tegen 2030 en 2050, dan moeten we heel wat sneller gaan. En de banken hebben in dat proces zeker een rol te spelen. De cijfers van de studie tonen dat aan: bijna zeven op tien Belgen verwachten dat de banken op een of andere manier een rol spelen om de aankoop van duurzame woningen aan te moedigen. Als marktleider beschikken we al over verschillende mechanismen om onze klanten te begeleiden naar bijna-CO2-neutraliteit. Bijvoorbeeld door de rentevoet van een hypothecaire lening te koppelen aan de duurzaamheid van het door de klant voorgestelde project. Of door de toekenning van een hypothecaire lening met een looptijd van 30 jaar aan klanten met een bescheiden inkomen. Zo helpen we hen ook de renovatiekosten mee te financieren of voor een energiezuinigere woning te kiezen. In samenwerking met Matexi lanceerden we onlangs ook HappyNest. Daarmee willen we zoveel mogelijk mensen toegang geven tot een duurzame woning.”
Hoewel de verwachtingen van de Belgen lager liggen dan vorig jaar (63% in 2022), wil toch 57% dat zijn bank proactief steun verleent. In termen van dienstverlening vertaalt zich dat in hulp bij de kostenraming van de renovatiewerken of het ter beschikking stellen van een lijst van ervaren professionals voor die werkzaamheden. “Goed om te weten: die dienst bestaat al dankzij een pilootproject dat we onlangs via het SoSimply-platform lanceerden. Daarmee kan iedereen, klant of geen klant, een beroep doen op gespecialiseerde vaklui uit alle bouwsectoren”, besluit Laurent Loncke.
BNP Paribas Fortis (www.bnpparibasfortis.com) biedt in België een totaalpakket van financiële diensten aan particulieren, zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen, ondernemingen en publieke instellingen. Op het gebied van verzekeringen werkt BNP Paribas Fortis nauw samen, als verbonden agent, met AG Insurance, leader op de Belgische markt. De bank verstrekt internationaal ook maatoplossingen aan vermogende particulieren, grote ondernemingen en publieke en financiële organisaties. Daarbij maakt zij gebruik van de knowhow en het wereldwijde netwerk van BNP Paribas.
BNP Paribas (www.bnpparibas.com) is de grootste bank van de Europese Unie en een belangrijke internationale bankspeler. De groep is actief in 68 landen en telt ruim 193.000 medewerkers, van wie meer dan 148.000 in Europa.
Ze bekleedt sleutelposities in haar drie kernactiviteiten: Retail Banking, met alle retailbankingnetwerken van de groep en een aantal gespecialiseerde metiers, zoals BNP Paribas Personal Finance en Arval; Investment & Protection Services, met de spaar-, beleggings- en verzekeringsoplossingen van de groep; en Corporate & Institutional Banking, dat zich op bedrijfsklanten en institutionele klanten toelegt. Op basis van zijn gediversifieerde en geïntegreerde model helpt BNP Paribas al zijn klanten (particulieren, verenigingen, ondernemers, kmo’s, grote bedrijven en institutionele klanten) met financierings-, beleggings-, spaar- en verzekeringsoplossingen om hun projecten te realiseren.
De groep heeft vier thuismarkten in Europa (België, Frankrijk, Italië en Luxemburg) en ontplooit haar geïntegreerde retailbankingmodel ook in het Middellandse Zeegebied, Turkije, Oost-Europa en het westen van de Verenigde Staten. Als vooraanstaande internationale bankspeler beschikt BNP Paribas over toonaangevende platformen en metiers in Europa, een sterke aanwezigheid in Noord- en Zuid-Amerika en solide en snelgroeiende activiteiten in Azië-Pacific. BNP Paribas hanteert in al zijn activiteiten een maatschappelijk verantwoorde en milieubewuste aanpak. Op die manier kan het meebouwen aan een duurzame toekomst en tegelijkertijd goede resultaten en de stabiliteit van de groep verzekeren.