In 'Het geheugen van een bank’ presenteert BNP Paribas Fortis een reeks verhalen en anekdotes over diverse gebeurtenissen uit onze economische en sociale geschiedenis, bekeken uit het standpunt van de bank en de entiteiten waaruit ze ontstaan is. Het verleden doorgronden werpt immers vaak een verhelderend licht op hoe de wereld van vandaag in elkaar zit. Dit eerste artikel gaat over de evolutie van de rol van de vrouw op het werk in een historisch perspectief. Bekijk ook onze fotogalerij.
Tegenwoordig zijn 50% van de medewerkers van BNP Paribas Fortis vrouwen, maar vroeger was dat wel even anders. In de 19e eeuw werkte niet één vrouw bij de bedrijven waaruit de bank is ontstaan.
In 1901 gaat bij de ASLK een ‘buitenaards wezen’ aan de slag: Paula Doms, geboren in Bergen in 1878 en de eerste Belgische vrouw die een diploma van doctor in de fysica en wiskunde behaalde. Bij de Generale Maatschappij van België (waaruit later de Generale Bank zal ontstaan) duurt het nog tot januari 1919 voor er bij wijze van proef 130 vrouwen worden aangeworven. In die periode neemt de ASLK een – zeer beperkt – aantal oorlogs¬weduwen in dienst (7 in 1922, 15 in 1931 en 18 in 1937). Ze werken er als typistes, van de mannen gescheiden door een groot raam.
Tussen de wereldoorlogen verandert de situatie van de vrouwen in de banksector langzaam. Het loonverschil tussen de twee seksen is groot. Na de zware economische crisis van de jaren 30 wordt besloten dat vrouwen ontslag moeten nemen als ze trouwen, om zo meer werkgelegenheid voor mannen te scheppen. Pas in 1963 zullen werkneemsters het ‘recht op trouwen’ terugwinnen.
Na de tweede wereldoorlog evolueren de vrouwen langzaam maar zeker naar meer gelijkheid. In 1957 doet de eerste vrouw haar intrede in de ondernemingsraad van de Generale Maatschappij van België. In 1965 verkrijgen de vakbonden bij de ASLK dat het vrouwelijke personeel ook toegang krijgt tot andere functies dan die van typiste, stenotypiste of ponsster.
In 1965 wordt Rosa Van Elegem als eerste vrouwelijke universitaire stagiair in dienst genomen bij de toenmalige Generale Bank. Ze heeft de ambitie om ook de eerste vrouwelijke kantoordirecteur te worden, een wens die al in 1968 in vervulling gaat.
“In het begin van mijn carrière moest ik mij natuurlijk wel enige geringschatting laten welgevallen”, weet ze nog. “Sommigen bleven mij neerbuigend ‘meisje’ noemen en toen ik zichtbaar zwanger was, kreeg ik te horen: ‘Ben je zwanger? Maar je hebt ons niet verwittigd!’ Dat soort opmerkingen moet je tegenwoordig natuurlijk niet meer verduren.
In de loop van mijn vrij lange (36 jaar) en gediversifieerde carrière heb ik als chef of als collega samengewerkt met heel veel mensen, zowel mannen als vrouwen, van wie ik sommige aangeworven heb. Ik heb heel wat medewerkers in tal van functies zien opklimmen, niet omdat ze man of vrouw waren, maar dankzij hun persoonlijke en professionele kwaliteiten. Dát is voor mij gelijkheid. Daarom ben ik steeds geïnteresseerd geweest in mensen. En misschien is dat ook de reden waarom ik mijn carrière eindigde als lid van het directiecomité verantwoordelijk voor Human Resources. Dat was in de moeilijke periode van de fusies tussen Generale Bank, ASLK, Fortis Nederland, MeesPierson… In al die jaren ben ik dus zelf een ‘geheugen van de bank’ geworden, en meer bepaald van de mensen die de bank hebben opgebouwd.”
Lees het volledige artikel ‘Vrouwen in de bank: honderd jaar voor gelijke kansen’.