De Unesco heeft de mijnsite van Grand-Hornu in juli ingeschreven als Werelderfgoed. Op 7 september is dat gevierd in aanwezigheid van een reeks persoonlijkheden.
Op een tiental kilometer van Bergen, in het hart van de Borinage, domineert een enorme terril de site van ‘le Grand Hornu’: een steenberg die nog getuigt van de intensieve mijnbouwactiviteiten uit de 19e en 20e eeuw. Daarrond ligt de 'Coron du Grand-Hornu', een echte mijnwerkersbuurt van 450 huisjes, toen bewoond door arbeiders uit de omliggende streken. Vandaag wordt er al lang geen steenkool meer gedolven. De mijnwerkers zijn vervangen door privé-eigenaars. En de magazijnen, stallen, werkplaatsen, koper- en ijzergieterijen op het terrein herbergen nu de tentoonstellingen van twee vzw’s: Grand-Hornu Images en Musée des Arts Contemporains de la Communauté Française (MAC's, het Museum voor Hedendaagse Kunst van de Franse Gemeenschap).
Sedert maart waakt een nieuwe vzw, de Grand-Hornu Foundation, over het voortbestaan van de uitzonderlijke site. “Zij coördineert de sponsoring en marketing, het contact met de buurtbewoners en draagt meer in het algemeen bij tot de uitstraling van de site op nationaal en internationaal vlak”. Aan het woord is Dominique Cominotto, vrijwillig algemeen secretaris van de stichting en adjunct-directeur van MAC's. “De stichting behartigt ook onze titel want de Unesco evalueert elke vijf jaar de erkende sites, en kan dus de titel van werelderfgoed weer intrekken.”
De Grand-Hornu Foundation doet beroep op twee partners uit de privésector: Akzo-Nobel en BNP Paribas Fortis, en heeft zijn eerste project aangepakt: de mijnwerkersbuurt weer opknappen door de 450 huizen te schilderen. De stichting werkt daarvoor samen met het technisch en beroepsonderwijs in Henegouwen en met Forem (de Waalse tegenhanger van de VDAB). BNP Paribas Fortis biedt de bewoners voordelige financieringsoplossingen en helpt hen bij het samenstellen van hun financieringsdossier. Akzo-Nobel, van zijn kant, schenkt de verf.
"De bank is sterk geïnteresseerd in het renovatieproject van de mijnwerkersbuurt”, bevestigt Luc Willemyns, directeur van het Engaged Bank Platform. "Wij zijn gecharmeerd door de rijkdom en de schoonheid van de site van Grand-Hornu. Voor ons is dit een sociaal, maatschappelijk en cultureel project, helemaal in de lijn van onze waarden."
Samen met Grand-Hornu heeft de Unesco ook de mijnsites van Bois-du-Luc, Bois du Cazier en Blegny-Mine in het Werelderfgoed opgenomen.
Grand-Hornu is tussen 1810 en 1830 opgericht door Henri De Gorge, captain of industry van Franse origine. Vandaag beheren de vzw Grand-Hornu Images en het MAC’s de site. Ze verzorgen rondleidingen in het Nederlands, Frans, Engels, Duits en Italiaans, organiseren schoolstages en een reeks tentoonstellingen rond architectuur, design en hedendaagse kunst. Het complex verwelkomt jaarlijks zo’n 70.000 bezoekers, waarvan bijna 40% Nederlandstalig is.
Le Grand-Hornu, 82, rue Sainte-Louise, 7301 Hornu. www.grand-hornu.eu