Het INR (Instituut voor Nationale Rekeningen) publiceerde in februari de regionale groeicijfers voor 2015. Het Vlaamse gewest realiseerde de sterkste groei: 2.0%. Het Waalse en het Brusselse gewest behaalden respectievelijk 0.9% en 0.6%.
Uit recente ramingen van het planbureau blijkt dat interregionale groeiverschillen vorig jaar licht afnamen. Onderstaande grafiek toont het historisch en voorspeld verloop van de BBP-groeivoeten.
De groei in het Vlaamse gewest werd enigszins geremd door de grotere conjunctuur-gevoeligheid ervan. Ook de zwakkere internationale context speelde hiermee. Het Vlaamse gewest vertegenwoordigt immers zo’n 70% van alle Belgische uitvoer.
Het planbureau verwacht dat de groei in alle drie de gewesten volgend jaar opnieuw zal aanzwengelen met als vanouds het Vlaamse gewest als voornaamste groeimotor. De groei blijft er tot en met 2022 met zo’n 1.6% per jaar alvast hogere dan die in andere gewesten.
De drie gewesten hebben ook een verschillend profiel op de arbeidsmarkt.
Het planbureau verwacht voor het Vlaamse, Waalse en Brussels gewest een aangroei van de werkgelegenheid met respectievelijk 1.1%, 0.7% en 0.8% t.e.m. 2022. Het verloop van deze groei doorheen de tijd is wel sterk gelijkend. De arbeidskostenverlagende maatregelen van de regering zorgen vooral voor werkgelegenheidsgroei in 2017 en 2020.
De aangroei van het arbeidsaanbod, dat deel van de bevolking op arbeidsleeftijd, valt wel langzaamaan stil. Bedraagt de gemiddelde jaarlijkse aangroei ervan in Brussel nog 0.8%, dan is er in Vlaanderen en Wallonië sprake van nulgroei.