Bij nader inzien was 2019 misschien een jaar van kentering voor het renteverloop. Er ging geen dag voorbij of er was sprake van negatieve rentetarieven, een slinkend verschil tussen de lange- en de kortetermijnrente in de VS – allemaal problemen die de rendabiliteit van de financiële sector in het gedrang brengen en het ontstaan van een nieuw model noodzakelijk maken voor het voortbestaan van die sector.
Laagtepunt bereikt op het einde van de zomer 2019
Toch zien we, terugblikkend op het voorbije jaar, op het einde van de zomer een kentering: de rente op 5 jaar bereikte toen een laagtepunt, met 1,3% in de VS en ‑0,7% bij ons. Hoewel er van sterke stijgingen geen sprake is, kunnen we niet anders dan vanaf dan een ommekeer vast te stellen: eerst ging de langtermijnrente aan het jojoën en vanaf oktober zette ze een lichte stijging in.
Fed verantwoordelijk
Het laagtepunt van de langetermijnrente in de zomer van 2019 valt samen met de eerste verlaging van de Amerikaanse beleidsrente: het fameuze moment waarop Donald Trump zijn volle gewicht in de schaal wierp om de baas van de Fed te verplichten de teugels te laten vieren. Hij wilde zo voorkomen dat de activiteit in de VS te abrupte zou vertragen als reactie op de onrust die zijn eigen handelsoorlog met China teweegbracht. De Fed verlaagde sindsdien de rente nog twee keer en – vooral – schakelde weer over op een beleid van monetaire expansie, door in enkele weken tijd zijn balans met nagenoeg 1.000 miljard dollar te laten groeien, om rust te brengen op de geldmarkt die in de herfst plots was opgedroogd.
Onbegrip voor het monetaire beleid in Europa
De grafiek toont aan hoe sterk de obligatiemarkten onderling blijven samenhangen: ongeacht de economische context volgen de rentetarieven elkaar, of we dat nu willen of niet. Daarentegen is het interessant vast te stellen dat de langetermijnrente vanaf oktober bij ons sneller steeg dan in de VS. Dat komt ongetwijfeld omdat de markten de laatste beslissingen van de Europese Centrale Bank verkeerd begrepen hebben. De ECB knoopte vanaf november namelijk weer aan bij de monetaire versoepeling, terwijl iedereen dacht dat dat beleid was afgevoerd. Tegelijkertijd profiteerde de Amerikaanse markt van het absolute peil van zijn rente (tussen 1,5% en 1,75% voor papier op 5 jaar), terwijl in Europa er niemand in geïnteresseerd is te betalen om staatsobligaties in bezit te houden.
2020: jojoënde rente?
2020 start alweer in onzekerheid, met de moord op generaal Soleimani die de kaarten totaal anders legt: onverwacht stijgende olieprijzen, vrees voor vergelding, val van de beurzen. Maar voorlopig speelt de Amerikaanse obligatiemarkt zijn gebruikelijke rol als veilige haven en is de langetermijnrente er weer gaan dalen, daarbij zoals zo vaak de andere markten meeslepend. Hoe het verder zal gaan, is onmogelijk te voorspellen, want de politieke spanningen bereiken een hoogtepunt en de Amerikaanse verkiezingscampagne komt stilaan op volle gang …
Dat neemt niet weg dat de (zeer) kleine remonte van de langetermijnrente in de laatste maanden van 2019 een leuke meevaller was voor de financiële spelers …