In een aantal landen is de waardering op basis van de verhouding vastgoedprijs versus beschikbaar gezinsinkomen hoog. De grafiek zet de evolutie van die ratio over de voorbije 5 jaar af tegenover de huidige waardering. Die waardering gaat van 1 tot 10 waarbij 1 een zeer lage waardering impliceert tegenover het gemiddelde sinds 1975 (behoort tot de 10% laagst waargenomen waarderingen over die periode). Een cijfer van 10 geeft aan dat de ratio tijdens de voorbije 40 jaar nooit hoger was.
Zeer duur vanuit dit perspectief zijn Noorwegen, Zweden, Canada, Luxenburg, Australië en Nieuw-Zeeland. Vooral de combinatie met de snelle stijging van de waardering (+40% voor Nieuw-Zeeland!) over de voorbije vijf jaar maakt die landen kwetsbaar. België (en Frankrijk) zijn vanuit historisch perspectief duur (in het 9de en 8ste waarderingsdeciel). De waardering is de voorbije 5 jaar echter stabiel gebleven voor België en zelfs met 10% gedaald in Frankrijk. Opvallend: van alle landen tekende België de langste ononderbroken expansie van deze waarderingsratio op: 25,8 jaar, van 1986 en 2012. Geruststellend voor de wereldeconomie is wel dat de waardering in de drie grootste van de 21 onderzochte economieën – VS, Japan en Duitsland – goed meevalt.
Er zijn nog enkele andere geruststellende feiten. Vooreerst zijn de gezinsschulden in de meeste landen – en vooral in de grotere landen – afgenomen tijdens de voorbije 5 jaar (in % van het bbp). België is één van de weinige landen waar de schuld wel een beetje is gestegen, maar met een schuldgraad van 58% van het bbp blijft die al bij al beperkt. In het gros van de landen van de eurozone is daarenboven het aandeel van de leningen met een vaste rente aanzienlijk toegenomen tijdens de voorbije 4 jaar. In België is meer dan 90% van de nieuw toegestane leningen gebaseerd op een vaste rente. Dat vermindert de kwetsbaarheid voor stijgende rentevoeten aanzienlijk.
Het gevaar van hogere rentevoeten voor de residentiële vastgoedmarkt lijkt globaal dan ook nog mee te vallen. Sterk stijgende rentevoeten kunnen wel een impact hebben op de in sommige landen hoge waardering. De lagere schuldgraad van de gezinnen evenals de sterke toename van het aantal leningen met vaste rentevoet, dempen de negatieve impact.